Stappen opheffing stichting
Het stichtingsbestuur kan de stichting om diverse redenen opheffen, zoals het bereiken van het doel of langdurige inactiviteit. Afhankelijk van de aanwezigheid van baten op het moment dat het bestuur besluit tot ontbinding, kiest het bestuur de passende ontbindingsprocedure.
Baten in de stichting
Baten zijn alle bezittingen en vorderingen binnen de stichting. Beschikt de stichting nog over baten? Dan moet de normale ontbindingsprocedure gevolgd worden: ontbinding met vereffening. Alleen als er geen baten zijn op het moment van ontbinding, kan de stichting door middel van een turboliquidatie direct worden beëindigd. Vereffening is in dat geval overbodig. Wanneer de stichting nog vergunningen, personeel of lopende overeenkomsten heeft, is turboliquidatie niet mogelijk. Een onterechte turboliquidatie kan leiden tot bestuursaansprakelijkheid en/of een bestuursverbod. Controleer dus altijd zorgvuldig of er nog baten of andere verplichtingen in de stichting zitten.
Heeft de stichting meer schulden dan baten, dan kan er niet tot turboliquidatie worden besloten. In dat geval moet het faillissement worden aangevraagd. Als dit niet gebeurt en het bestuur besluit toch tot een turboliquidatie, kunnen schuldeisers worden benadeeld. Dit kan tot persoonlijke aansprakelijkheid van het bestuur leiden. Zitten er helemaal geen baten in de stichting, maar alleen schulden? In veel gevallen kan het bestuur dan juist wel kiezen voor turboliquidatie. Het aanvragen van faillissement heeft in dergelijke situaties weinig zin, omdat de curator bij een gebrek aan baten meteen zou overgaan tot het opheffen van het faillissement.
Stichting opheffen via reguliere ontbinding met vereffening
Om een stichting op te heffen, is allereerst een besluit tot ontbinding nodig. De wijze waarop dit besluit genomen dient te worden, staat omschreven in de statuten van de stichting. Meestal is het aan het bestuur van de stichting om het ontbindingsbesluit te nemen. In dit besluit wordt besloten besloten tot ontbinding van de stichting, het aanstellen van een vereffenaar, het ontslag en de decharge van het bestuur en de benoeming van de bewaarder van boeken en bescheiden.
Nadat het bestuur besluit tot ontbinding, stelt de vereffenaar een rekening en verantwoording op, met daarbij een liquidatiebalans. Deze documenten, samen met het ontbindingsbesluit, worden vervolgens door het bestuur gedeponeerd bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Na de deponering moet er een advertentie in een landelijk Nederlands dagblad worden geplaatst die de voorgenomen ontbinding aankondigt. Deze advertentie vermeldt de locatie en periode waarin de rekening en verantwoording ingezien kunnen worden. Na publicatie van de advertentie hebben schuldeisers de mogelijkheid om binnen twee maanden bezwaar te maken bij de rechtbank. Dit noemen ze het verzetstermijn. Zodra het verzetstermijn is verstreken en geen enkele schuldeiser bezwaar heeft gemaakt, kan bij de rechtbank een akte van non-verzet worden opgevraagd. Een akte van non-verzet is een bevestiging dat er geen bezwaren tegen de ontbinding zijn ingediend.
Vervolgens mag de vereffenaar het overschot uitkeren conform de statuten van de stichting. Let op, heeft de stichting een ANBI-status, dan gelden er strenge vereisten voor het uitkeren van het batig saldo. De stichting houdt op te bestaan zodra het overschot is uitgekeerd.
Tot slot wordt de bewaarder van de boeken en bescheiden van de stichting geregistreerd in het handelsregister, waarna de stichting wordt uitgeschreven. Het stappenplan van een ontbinding met vereffening ziet er samenvattend als volgt uit:
Stichting opheffen via turboliquidatie
Wanneer de stichting bij ontbinding geen baten heeft, houdt ze direct op te bestaan; vereffening is dan niet nodig. Het bestuur is verplicht de ontbinding bij de Kamer van Koophandel te melden door het ontbindingsbesluit te deponeren en de bewaarder van de boeken en bescheiden van de stichting in te schrijven. Deze procedure staat bekend als turboliquidatie. Een besluit tot turboliquidatie vereist zorgvuldigheid; bestuurders kunnen aansprakelijk worden gesteld als er na de uitschrijving toch baten worden gevonden. Bestuurders die onterecht voor turboliquidatie kiezen om een normale liquidatie en daarmee schuldeisers te ontlopen, lopen het risico op aansprakelijkheid of een bestuursverbod.
Op 15 november 2023 is de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie in werking getreden. Deze wet verplicht stichtingen om meer transparantie te bieden aan schuldeisers bij een turboliquidatie door het deponeren van extra documenten en het geven van een toelichting bij de turboliquidatie.
Binnen veertien dagen nadat het ontbindingsbesluit is genomen moet het bestuur de volgende documenten indienen bij de Kamer van Koophandel:
- een balans en een staat van baten en lasten over het lopende boekjaar én over het voorgaande boekjaar als over dat voorgaande boekjaar geen jaarrekening bij de KvK is gedeponeerd;
- een toelichting waarin de volgende onderwerpen worden toegelicht: de redenen waarom de stichting op het moment van ontbinding geen baten had, welk bedrag de baten hebben opgeleverd en hoe deze opbrengst is verdeeld (als daar sprake van is) en de redenen waarom schuldeisers niet betaald zijn (als dat het geval is).
Zijn er nog schuldeisers, dan moet het bestuur schriftelijk aan de schuldeisers mededelen dat de documenten voor turboliquidatie bij de Kamer van Koophandel zijn gedeponeerd.
Slot
Bij twijfel over de correcte uitvoering van een voorgenomen ontbinding adviseren we het inschakelen van een jurist. Onjuiste naleving kan leiden tot bestuursaansprakelijkheid of zelfs een bestuursverbod. Wij kunnen het gehele juridische proces voor je verzorgen vanaf €400,- exclusief btw.
Wil je een stichting opheffen en heb je hier een vraag over, of ontvang je graag een opgave van de precieze kosten? Neem dan vrijblijvend contact op via het contactformulier, de WhatsApp-button op deze pagina of via 040 304 13 84.